TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1981 Nr. 119

Similar documents
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 105

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 175

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1978 Nr. 51

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 179

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2007 Nr. 101

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2001 Nr. 141

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1970 Nr. 50

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 2009 Nr. 177

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2018 Nr. 9

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 33

TRACTATENBLAD KO NIN KRUK DER NEDERLAND. JAARGANG 1970 Nr. 168

TR ACT ATEN BLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1977 Nr. 9

TRACTATENBl-1AD. JAARGANG 1970 Nr. 87

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr. 169

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 169

TRACTATENBLAD VAN HET KONINK RIJ KDERNEDE RLANDEN. JAARGANG 1969 Nr- 97. Statuut van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 36

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 77. Verdrag inzake verkeerstekens; (met Bijlagen) Wenen, 8 november 1968

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1968 Nr. 112

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag tot invoering van een eenvormige wet op wisselbrieven en orderbriefjes; (met Bijlagen en Protocol) Genève, 7 juni 1930

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 108

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 35

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 12

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 305

Article 1. v. rights granted under public law or under contract, including rights to prospect, explore, extract and win natural resources.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 59

Agreement on Encouragement and Reciprocal Protection of Investments between the Republic of Croatia and the Kingdom of the Netherlands.

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud; New York, 20 juni 1956

21. CONVENTION CONCERNING THE INTERNATIONAL ADMINISTRATION OF THE ESTATES OF DECEASED PERSONS 1. (Concluded 2 October 1973)

This act is an implementation of the Directive 2014/60/EU, which can be found on the website:

Lisbon Agreement for the Protection of Appellations of Origin and their International Registration

INTER-NOISE AUGUST 2007 ISTANBUL, TURKEY. Environmental noise mapping and the status of EU END in The Netherlands

EXPLANATORY MEMORANDUM. 1. General

Rules for the Board of Directors of Mylan N.V. Effective as of November 2, ARTICLE I Introduction

AGREEMENT BETWEEN THE GOVERNMENT OF SOCIALIST ETHIOPIA AND THE UNITED NATIONS DEVELOPMENT PROGRAMME

EUROPEAN COMMISSION OF HUMAN RIGHTS SECOND CHAMBER. Application No /92. Terra Woningen B.V. against. the Netherlands REPORT OF THE COMMISSION

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN

UNIVERSITAS GADJAH MADA STUDENT CHAPTER OF THE INSTITUTE OF NUCLEAR MATERIALS MANAGEMENT BYLAWS

Bylaws of the Western Kentucky University Research Foundation, Inc. BYLAWS OF THE WESTERN KENTUCKY UNIVERSITY RESEARCH FOUNDATION, INC.

TRACTATENBLAD VAN HET. Europees Verdrag betreffende uitlevering; Parijs, 13 december 1957

MUTUAL AID INTERLOCAL AGREEMENT FOR UTAH PUBLIC WORKS EMERGENCY MANAGEMENT

Convention for European Economic Cooperation (Paris, 16 April 1948)

INTRA CONSORTIUM AGREEMENT for PPP PROJECTS

ADMINISTRATOR S MULTI-YEAR CONTRACT OF EMPLOYMENT ( ) THIS AGREEMENT, made and entered into this 9th day of March, 2015, by and

AGREEMENT BETWEEN THE EFTA STATES AND THE REPUBLIC OF LATVIA

AGREEMENT BETWEEN THE EFTA STATES AND ISRAEL

Budapest Treaty on the International Recognition of the Deposit of Microorganisms for the Purposes of Patent Procedure

BY-LAWS OF CONSTRUCTION OWNERS ASSOCIATION OF AMERICA, INC., A NON-PROFIT CORPORATION

FREE TRADE AGREEMENT BETWEEN THE REPUBLIC OF MACEDONIA AND ROMANIA

BY-LAWS OF THE COPPERSTATE MUSTANG CLUB, INC.

CONVENTION ON NOMENCLATURE FOR THE CLASSIFICATION OF GOODS IN CUSTOMS TARIFFS

INTERNATIONAL PRACTICE SECTION

AGREEMENT BETWEEN THE EFTA STATES AND TURKEY

AGREEMENT BETWEEN THE GOVERNMENT OF CANADA AND THE GOVERNMENT OF THE FRENCH REPUBLIC CONCERNING CINEMATOGRAPHIC RELATIONS

Rules of Procedure for Remuneration and Nomination Committee of the Board of Directors of BBMG Corporation

No UNITED NATIONS (UNITED NATIONS DEVELOPMENT PROGRAMME) and JAMAICA

AGREEMENT BETWEEN THE EFTA STATES AND TURKEY

MUTUAL LEGAL ASSISTANCE

AGREEMENT. between THE METUCHEN BOARD OF EDUCATION. and THE METUCHEN PRINCIPALS AND SUPERVISORS ASSOCIATION JULY 1, through

composed of J.N. Cunha Rodrigues, President of the Chamber, A. Rosas (Rapporteur), U. Lõhmus, A. Ó Caoimh and A. Arabadjiev, Judges,

Trust Fund Grant Agreement. (Second Palestinian NGO Project) between

FREE TRADE AGREEMENT BETWEEN CROATIA AND SERBIA AND MONTENEGRO

THIRD SECTION DECISION

ARTICLE I NAME. 1.1 Name. The name of this corporation is North Carolina Medical Group Managers (the Association ).

FREE TRADE AGREEMENT BETWEEN THE GOVERNMENT OF THE REPUBLIC OF BULGARIA AND THE GOVERNMENT OF THE STATE OF ISRAEL

Broadcasting Authority of Ireland RIGHT OF REPLY SCHEME

CONVENTION ON THE RECOGNITION AND ENFORCEMENT OF FOREIGN ARBITRAL AWARDS 1

The Government of the State of Israel and the Government of the Republic of Poland (hereinafter referred to as "the Parties"),

ARTICLES OF ASSOCIATION of: RELX N.V. with corporate seat in Amsterdam dated 28 June 2018

The Government of the State of Israel and the Government of Romania (hereinafter "the Parties"),

1. Inventions that are new, that involve an inventive step and that are susceptible of industrial application shall be patentable.

ARRANGEMENT OF SECTIONS

PAYING AGENT AGREEMENT. by and between VALLEJO CITY UNIFIED SCHOOL DISTRICT. and. U.S. BANK NATIONAL ASSOCIATION, as Paying Agent. Dated July 1, 2017

Film Co-production Agreement between the Government of Japan and the Government of the People s Republic of China

No NETHERLANDS and INDONESIA

Israel-US Free Trade Area Agreement 22 May 1985

International Plant Protection

LEBANESE AMERICAN UNIVERSITY BYLAWS

CONSTITUTION & BYLAWS

PUBLIC AGENCY RISK SHARING AUTHORITY. Adopted May 27, 2015

AMENDED BYLAWS OF NATIONAL NATIVE AMERICAN BAR ASSOCIATION. Adopted by the Board of Directors and Membership as of April 8, 2015

LOCARNO AGREEMENT ESTABLISHING AN INTERNATIONAL CLASSIFICATION FOR INDUSTRIAL DESIGNS

JUDGMENT OF THE COURT (Second Chamber) 4 March 2010 *

AGREEMENT BETWEEN THE EFTA STATES AND THE REPUBLIC OF CROATIA

We, Beatrix, by the grace of God, Queen of the Netherlands, Princess of Orange- Nassau, etc., etc., etc.

BYLAWS OF EAGLE RIDGE PROPERTY OWNERS ASSOCIATION, INC. * * * As adopted by the Board of Directors on May 20, 2001 * * *

AGREEMENT OF TRUST RECITALS

Bylaws of The James Irvine Foundation, a California nonprofit public benefit corporation, as amended through December 8, 2016.

The State Peace and Development Council hereby enacts the following Law: - Chapter I Title and Definition

FREE TRADE AGREEMENT BETWEEN POLAND AND THE REPUBLIC OF LITHUANIA

Bylaws of AMVETS DEPARTMENT OF VIRGINIA SERVICE FOUNDATION

BY-LAWS OF THE HOUSING TRUST FUND CORPORATION. (as Amended through September 6, 2018) ARTICLE I THE CORPORATION

Student Government Association Constitution

WORLD TRADE ORGANIZATION

CONSTITUTION OF THE QUEENSBOROUGH STUDENT ASSOCIATION

ACT 656 LOCAL GOVERNMENT SERVICE ACT, 2003 ARRANGEMENT OF SECTIONS. Establishment of the Local Government Service

The Republic of Turkey and the Republic of Bulgaria (hereinafter called the "Parties");

Transcription:

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1981 Nr. 119 A. TITEL Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië; 's-gravenhage, 3 april 1964 B. TEKST De tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 1964, 43. C. VERTALING Zie Trb. 1964, 43. D. PARLEMENT Zie Trb. 1965, 35. De in rubriek J hieronder vermelde administratieve akkoorden behoeven ingevolge artikel 62, eerste lid, letter b, van de Grondwet niet de goedkeuring van de Staten-Generaal. G. INWERKINGTREDING Zie Trb. 1965, 35. J. GEGEVENS Zie laatstelijk Trb. 1980, 79. In overeenstemming met^irtikel 60, tweede lid, van de Grondwet zijn het op 16 januari 1979 te Jakarta tot stand gekomen administratief akkoord inzake hulpverlening aan de Syiah Kuala Universiteit in Banda Aceh en het op 6 maart 1979 te Jakarta tot stand gekomen administratief akkoord inzake een programma van samenwerking tussen de Land-

bouwhogeschool te Wageningen, de Rijksuniversiteit te Utrecht en de Vrije Universiteit te Amsterdam, enerzijds, en de Gadjah Mada Universiteit te Jokjakarta, anderzijds, (teksten in rubriek J van Trb. 1980, 79) medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 17 juli 1980. Ter uitvoering van artikel 3 van de onderhavige Overeenkomst is te Jakarta bij briefwisseling van 3 december 1979 en 3 mei 1980 tussen de wederzijdse bevoegde autoriteiten een administratief akkoord tot stand gebracht inzake samenwerking tussen de Landbouwhogeschool in Wageningen en de Brawijaya Universiteit in Malang. De tekst van de brieven luidt als volgt: No. 17236 Nr. I Jakarta, December 3, 1979 Subject: Cooperative relationship between the Brawijaya University and the Agricultural University of Wageningen Your Excellency, I have the honour to inform you that the Cooperative Relationship between the Brawijaya University in Malang and the Agricultural University of Wageningen (hereafter called "the project") has been approved by the Netherlands Minister for Development Cooperation. The outlines of the Project as well as the respective contributions are laid down in the Letter of Intent 1 ) (May 1979) entered into by the aforesaid universities. Above-mentioned Letter of Intent includes a description of the activities covered by the Project during the coming three years. The contents of the Letter of Intent including its Plan of Operation has the approval of the Sekretariat Negara (No. 6615/Set. Kab/LN/P/10/1979). The Netherlands personnel to the Project shall enjoy the privileges, immunities and facilities described in Article 4 of the Agreement on Technical Cooperation between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Indonesia of April 3, 1964. The provisions of Article 5 of the said Agreement shall be applicable to the importation and the exportation of the Netherlands equipment and the materials for the Project. If the foregoing is acceptable to you, I have the honour to propose *) Voor de tekst zie biz. 3.

that this letter and your Excellency's reply concurring therein shall constitute an Administrative Arrangement within the terms of aforesaid Agreement, which shall enter into force on the date of your Excellency's reply and shall expire on the date on which the Project has been completed in conformity with the Project documents. Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration. His Excellency Dr. Daoed Joesoef Minister of Education and Culture Jl. Jenderal Sudirman - Senayan Jakarta (sd.) P. A. E. RENARDEL DE LAVALETTE P. A. E. Renardel de Lavalette Ambassador Letter of Intent for an Agreement for Cooperation Letter of Intent for a long-term multilateral Cooperative Relationship (samenwerkingsovereenkomst) between the Universitas Brawijaya (Unibraw) in Malang and the Agricultural University of Wageningen (LHW), to be implemented within the Programme for University Projects of Development Cooperation (PUO) of the Netherlands University Foundation for International Cooperation (NUFFIC). 1. Background information Based on a, since 1976 existing, bilateral project on crop production and plant protection (LHW 14) the Universitas Brawijaya requested LHW to assist with the upgrading of staff in animal husbandry and soil science. From January 1st onwards all PUO activities have to be organized in long-term interuniversity cooperation links. The LHW submitted in 1977 a proposal to the NUFFIC to start a cooperative link with the Unibraw. In December 1977 LHW obtained information from the NUFFIC that the Netherlands Minister for Development Cooperation had decided that such a relationship could be established and that funds had been earmarked to cover the cost of the Programme of Cooperation. Because of the limitation of the amount available, the Agreement for Cooperation is at present confined to only one Dutch University, the Agricultural University of Wageningen. The agreement however is

worded in such a way that in the future more Dutch partners can be added. The bilateral link therefore can be broadened to a multilateral one. New partners will have to cosign the Agreement for Cooperation between Unibraw and LHW. More background information can be found in the attached "plans extending over a number of years" (meerjarenplannen) 1 ). 2. Aims and objectives In accordance with the NUFFIC Programme for University Projects of Development Cooperation (PUO) the aim of the Cooperative link is to strengthen the Universitas Brawijaya and (in conjunction with other related Indonesian universities) the higher education system in Indonesia in general, focusing on its contribution to development and self-reliance in society, with special attention for the deprived and poorest sections of the Indonesian people. The aim of self-reliance, as applied to Unibraw itself, means that upgrading of Unibraw-staff in the field of education and research will have a high priority. The main instrument lies in the provision of Dutch university staff to the Universitas Brawijaya. It will be possible to send Unibraw-staff to the Netherlands and other countries for upgrading courses for periods from three to twelve months. If necessary for the Programma of Cooperation equipment can be purchased from Dutch Government funds, in addition to Unibraw's own material contribution. In the long run the Cooperative Link envisages a gradual withdrawal and phasing out of the Dutch upgrading contribution, leaving behind a well trained and equipped Indonesian staff. Unibraw will make the necessary arrangements for its staffmembers to participate in the Programme of Cooperation. Each project plan of operations will specify the contribution of all partners to the implementation of the project. Clear arrangements will be made for the selection procedure of the Dutch staff to be sent to Indonesia and of the Unibraw staff to be upgraded in the programme. If need arises the possibility of undertaking such additional activities as mentioned in the PUO-regulations (appendix A) 1 ) can be explored in joint consultation. The first phase (three years) of the Programme of Cooperation will cover the following projects: - Development of education in animal husbandry at the Faculty of Animal Husbandry and Fisheries of the Universitas Brawijaya. - Development of education in soil science at the Faculty of Agriculture of the Universitas Brawijaya. l ) Niet afgedrukt.

3. Programme implementation a. General The partner universities Unibraw and LHW, undertake to execute the Programme of Cooperation in compliance with the aims, rules and regulations that apply, firstly at governmental level, secondly for the PUO-programme for university projects of development cooperation (see appendix A) and thirdly as agreed upon in the detailed plans of operation for each project. Any commitments made in the signed plans of operation for specific activities will be binding; changes therein can only be made in mutual agreement. In general the activities included in the Programme of Cooperation will be executed in project form. A project is a clearly defined and limited programme of activities in terms of aims, partners, means and duration, as specified in a plan of operations, signed by or on behalf of the cooperating (sub)facuities or institutes. In case of a negative evaluation of specific activities, plans for a phased termination of the activities concerned will be drawn up in mutual consultation. Project equipment and materials are Dutch Government property and will become the property of Unibraw upon termination of the Cooperative Relationship. b. Financing Two main components can be distinguished in the financing of the cooperation. A. Dutch component consisting of 1. Funds from the Dutch government (1,7 million Dutch guilders for the first three years). 2. Salaries of LHW staff during short visits and backstopping. B. An Indonesian component, mainly consisting of the provision of staff and workroom-, classroom-, and laboratory-facilities. c. Organization Both at Indonesian and Dutch side an organization will be set up, allowing for a partnership structure through which counterparts at the various levels can consult each other. The Agricultural University of Wageningen will function as central address for coordination, communication and financial administration for all Dutch partner(s) and authorities concerned. The LHW in close consultation of Unibraw, will prepare and organize the necessary

meetings, draft proposals and write the letters necessary for the progress of the programme. The Dutch partner(s) will establish a Steering Committee. In this Committee the representatives of the Executive Boards of the Dutch partner institutions will be the only authorities to make any commitment for their institutions under this Cooperative Relationship. Decisions on general policy matters, on supervision and on coordination of the Programme of Cooperation will be taken in mutual consultation between LHW (or Steering Committee) Unibraw and NUFFIC. At project level project supervisors are responsible for the execution of the activities as described in the plan of operation of the projects. Project supervisors are held to ensure that they are adequately authorized by their (sub)faculty or institute. Each project can have a project committee on both Indonesian and Dutch side. d. Progress reports and evaluation To get a good idea about the progress of the projects it will be necessary to produce every half year a written progress-report in the language in which the cooperating partners normally communicate. The reports shall be signed by the cooperating partners and presented to NUFFIC by the Dutch partners in charge of administering the cooperation. By the end of each three year period an overall evaluation may be held at the request of either the sponsoring agencies or of the partners. If the evaluation leads to negative conclusions about specific activities, plans for a phased termination of the activities concerned will be drawn up in mutual consultation between the partners and NUFFIC. e. Settlement of conflicts Certain matters may appear not to have been sufficiently covered by this arrangement or may lead to differences of opinion or disputes. In the first instance these should be solved between the direct partners (project supervisors) cooperating within a specific project. If no settlement can be reached at this level the matter will be taken up at institutional level in a consultation between the Dutch (Steering Committee) and the Indonesian partners. If this does not lead to a satisfactory solution, NUFFIC should be informed and take up the matter. If no settlement can be reached along these lines the appropriate Indonesian and Dutch governmental authorities will have to take the ultimate decision. The partners in the Programme of Cooperation undertake to notify each other of any problems that may occur with regard to activities of

staff which may endanger the good relationship. Appropriate action should then be taken in mutual consultation. 4. Starting and ending of the agreement This Letter of Intent establishes a formal basis for a long-term Cooperative Relationship and for the implementation of the two projects that have been proposed for the first phase (three years). As soon as the Dutch and Indonesian partners will have obtained the approval of their respective governments on this Letter of Intent and the legal representatives of the here below-mentioned institutions will have signed this Letter, the Cooperative Relationship will be a feact. This Cooperative Relationship derives its content from the projects mentioned under paragraph two of this letter. The agreement of cooperation will not end before the partners and the NUFFIC in mutual consultation will have completed the last project ever started under this Cooperative Relationship. No.: 24852/MPK/80 Nr. II Jakarta May 3, 1980 Subject: Co-operative relationship between the Brawijaya University and the Agricultural University of Wageningen. Your Excellency, I nave the honour to acknowledge receipt of Your Excellency's letter No. 17236, dated December 3, 1979 and would like to confirm hereby our approval of the proposed co-operation between the Brawijaya University and the Agricultural University of Wageningen as described in the Letter of Intent signed by the two universities and the Plan of Operation attached to Your Excellency's letter. I also have pleasure to inform Your Excellency that the provisions in articles 4 and 5 of the Agreement on Technical Co-operation between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Indonesia of April 3, 1964, shall be applicable to the Netherlands personnel as well as to the importation and exportation of Dutch equipment and all other materials for the Project. This letter together with Your Excellency's letter of December 3,1979 shall be regarded as constituting an Administrative Arrangement within

the terms of the aforesaid agreement, which will enter into force on the date of this letter and shall expire on the date when the Project is completed in conformity with the Project documents. Please accept, Excellency, the assurances of my highest consideration. His Excellency P. A. E. Renardel de Lavalette Ambassador of the Kingdom of The Netherlands Jl. Kebon Sirih 18 Jakarta (sd.)daoedjoesoef Daoed Joesoef Minister of Education and Culture Het administratief akkoord is op 3 mei 1980 in werking getreden. Ter uitvoering van artikel 3 van de onderhavige Overeenkomst is op 9 februari 1981 te Jakarta tussen de wederzijdse bevoegde autoriteiten een administratief akkoord tot stand gekomen inzake samenwerking bij op praktische maatregelen gericht onderzoek betreffende de informele sector. De tekst van het administratief akkoord luidt als volgt: Administrative Arrangement on cooperation in action-oriented research concerning informal sector The Netherlands Minister for Development Cooperation, being the competent Netherlands Authority for the purpose of this administrative Arrangement, represented in this matter by the Ambassador Extraordinary and Plenipotentiary of the Kingdom of the Netherlands in Jakarta, here in after to be referred to as "The Netherlands Party". and The Indonesian Minister of State for Development Supervison and the Environment being the competent Indonesian Authority for the purpose of the Administrative Arrangement, here in after to be referred to as "the Indonesian Party". Having decided to cooperate in the establishment of action-oriented research concerning informal sector.

Having regarded the provisions of article 3 of the Agreement concerning Technical Cooperation between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Indonesia signed at The Hague on April 3, 1964 here in after to be referred to as "the Agreement". Have entered into the following Administrative Arrangement: Article I The Project 1. The two Parties shall take concerted efforts in executing a project, to be known as ' "Action-Oriented Research Informal Sector", herein after to be called "the Project". 2. a. The overall purpose is to improve the quality of the environment through an increase of the standard of living and the creation of job opportunities for the economic weakest groups in urban and semi-urban Kampongs such in relation to the Kampung Improvement Programme of the Indonesian Government for Repelita III. b. Within the framework of sub a, the project will be directed in the first place on action-research with respect to improving work-conditions and increasing job-opportunities in the sectors Construction, Transport and Services in the so-called Informal Sector. c. The project will be legally based in Jakarta. Proposed pilot projects may be tested and executed however in Bandung Raya as well as in other city-kampongs, e.g. in the Botabek-Cirebon area, where both Parties are executing the Kampung Improvement Programme Botabek-Cirebon. 3. The purpose shall be pursued by: a. Drafting of research designs for action-oriented research in the informal sector on the basis of a survey and study of existing documentation, already executed research (UNEP, UNICEF), recommendations of the Indonesian Steering Committee, PSLH-ITB (the Centre for Environmental Studies of the Bandung Institute of Technology), and the ISS (Institute of Social Studies). b. The research designs, specifying the methods for project identification, will be submitted to the Indonesian Steering Committee and the ISS for approval. c. The action-oriented research aimed at identification of action and project opportunities. These approvals may be tested as pilot projects in the project area and other areas (Botabek-Cirebon) to assess the viability and feasibility. d. The pilot projects will be evaluated, in consultation with the

parties concerned, during and after the execution; this may result in identified projects. e. The Indonesian Steering Committee, PSLH-ITB and the ISS will be kept informed by means of quarterly reports, interim reports, project-proposals, recommendations and if so desired, by oral explanations; f. It is the intention that the proposals will mainly deal with small scale activities, directed on utilization of appropriate technology, cooperative action and the like. 4. The aforesaid cooperation between the two Parties is planned to last 2 years. Article II The Netherlands contribution 1. As its contribution to the project the Netherlands Party undertakes: a. to make available the following experts: - a project director - 2 long term experts - short missions for specific technical advice in the case of technical proposals. b. to provide funds to assign local staff (a.o. interviewers). 2. The total expenses of the above-mentioned Netherlands contribution shall not exceed the amount of fl 2.200.000,-. Article III The Indonesian contribution 1. As its contribution to the Project the Indonesian Party undertakes: a. to make available a qualified counterpart-team b. to provide adequate office space for the Project. Article IV The Executive Authority 1. The Indonesian Party shall appoint the Assistant Minister of the

Minister of State for Development Supervision and the Environment as the Indonesian Executive Authority in charge of the Project. 2. The Netherlands Party shall appoint the Director General for International Cooperation of the Netherlands Ministry of Foreign Affairs as the Netherlands Executive Authority in charge of the Netherlands contribution to the Project. Article V Delegation Each of the Executive Authorities, mentioned in Articles IV shall be entitled to delegate under its own responsibility partly or entirely its duties in connection with the Project to a third party. In doing so the Executive Authorities shall inform each other in writing of the names of the persons or institutions delegate and to what extent delegations are made. Article VI The Project director The Netherlands Project Director shall perform under the guidance of the ISS in close consultation with the Indonesian counterpart, the Steering Committee and the Office of the Minister of State for DSE and will provide the latter with any information that may be considered necessary for the execution of the Project. Article VII Plan of Operations 1. The objectives of the project output expected, research designs including a priority scheme of activities, a time table, detail contributions of both Parties, number and duties of the expatriate advisors and their Indonesian counterparts, the job-descriptions of the advisors and the duration of their terms shall be established by both Parties, in a document entitled "Plan of Operations" and which shall form an integral part of this Administrative Arrangement. 2. The Plan of Operations may be amended in common agreement between both Parties.

Article VIII Status of the Netherlands personnel The Netherlands advisers to this Project shall enjoy the privileges and immunities, mentioned in article IV of the "Agreement". Article IX Status of the Netherlands equipment and materials 1. The provisions of article V of "the Agreement" are applicable to the importation of the Netherlands equipment and materials under the Project. 2. The ownership of all equipment and materials supplied by the Netherlands Party will be transferred to the Indonesian Party at the time the cooperation between the two Parties on the Project will be terminated. Article X Reporting The project-director shall submit a quarterly "Report" in the English and/or Indonesian language on the progress made on the execution of the Project to both Executive Authorities. At the termination of the Project the Project-director shall submit a final report of the work done in connection with the Project to all Parties involved. The preparation of the reports shall be done in full cooperation with the Indonesian Counterpart. Article XI Settlement of dispute Any dispute concerning the interpretation or implementation of the Administrative Arrangement which cannot be settled in consultation between both Parties shall be referred to the respective Government in a way to be decided upon by the latter.

Article XII Entry into force and duration This Administrative Arrangement shall enter into force on the date of signature by both Parties and shall expire either at the end of the period mentioned in article I, paragraph 4 of this Arrangement or on the date on which the Project has been completed in conformity with the provisions of this Arrangement and of the Schedule of Operations, whichever date is later. DONE in duplicate in the English language in Jakarta on 9th February, 1981, both copies being equally authentic. For the Netherlands Minister of Development Cooperation, (sd.) L. H. J. B. VAN GORKOM Ambassador Extraordinary and Plenipotentiary in Jakarta The Indonesian Minister of State for Development Supervision and the Environment, (sd.) E. SALIM Emil Salim Het administratief akkoord is op 9 februari 1981 in werking getreden. Uitgegeven de negenentwintigste mei 1981. De Minister van Buitenlandse Zaken, C. A. VAN DER KLAAUW